FR NL



Een advies zoeken

NIEUW

[12-04-2024]

In het Belgisch Staatsblad van 12 april 2024 is het koninklijk besluit van 24 maart 2024 tot benoeming van drie leden ... > Meer info

[02-04-2024]

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen heeft op datum van 2 april 2024 een schrijven gericht aan de Voorzi... > Meer info

[02-04-2024]

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen heeft op datum van 2 april 2024 een schrijven gericht aan de Voorzi... > Meer info

[28-03-2024]

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen heeft op datum van 28 maart 2024 een schrijven gericht aan de Voorz... > Meer info

Werkprogramma 2013 van de Hoge Raad

 

 

Werkprogramma 2013 van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen

 

 

 

De bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen worden omschreven in twee wetteksten :

·         De wet van 22 juli 1953, zoals herzien in het kader van de omzetting van de “auditrichtlijn” in het Belgisch recht, waarin meer bepaald de samenstelling wordt vastgelegd van het Belgisch systeem van publiek toezicht en de opdrachten terzake van de Hoge Raad worden omschreven.

·         De wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, waarin de opdrachten worden omschreven waarmee de wetgever de Hoge Raad heeft belast, op transversale wijze, betreffende de verschillende economische beroepsgroepen.

 

Het werkprogramma 2013 van de Hoge Raad bestrijkt deze beide bevoegdheidsgebieden.

 

 

 

A. Publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren

 

 

A.1. Wat de samenwerking van het Belgisch systeem van publiek toezicht betreft

 

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen is door de wetgever belast met de nationale samenwerking tussen de organen van het Belgisch systeem van publiek toezicht.

 

In het kader van deze opdracht op nationaal niveau, neemt de Hoge Raad zich voor gedachtewisselingen te organiseren tussen de diverse instellingen van het systeem van publiek toezicht.

 

Bovendien steunt de Hoge Raad het principe van de gezamenlijke publicatie van het jaarverslag en werkprogramma, met het oog op een betere zichtbaarheid van de werkzaamheden van de diverse entiteiten van het Belgisch systeem van publiek toezicht.

 

De zichtbaarheid van het Belgisch systeem van publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren wordt overigens benadrukt door de creatie van een gezamenlijke portaalsite, waarbij het mogelijk is om toegang te hebben tot informatie die door elk van de entiteiten van voormeld systeem van publiek toezicht ter beschikking wordt gesteld.

 

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen is door de wetgever tevens belast met de internationale samenwerking tussen stelsels van publiek toezicht van Lidstaten van de Europese Unie en van derde landen.

 

In het kader van deze opdracht op Europees en internationaal niveau, neemt de Hoge Raad regelmatig deel aan de werkzaamheden van de European Group of Auditors’Oversight Bodies (verkort EGAOB).

 

 

 

A.2. Wat de normatieve aspecten betreft

 

Net zoals de federale Minister, bevoegd voor Economie, staat de Hoge Raad in voor de goedkeuring van de beroepsnormen die bedrijfsrevisoren moeten hanteren bij de controle van jaarrekeningen, alsook de beroepsnormen met betrekking tot hun andere opdrachten, hun permanente vorming, onafhankelijkheid en hun beroepsethiek in het algemeen.

 

De Hoge Raad staat bovendien in voor het a posteriori-nazicht van de overige niet-bindende teksten uitgewerkt door de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (in de vorm van omzendbrieven, adviezen en mededelingen).

 

 

A.2.1. Nationale specificiteiten

 

In 2009 hebben zowel de Hoge Raad als de federale Minister, bevoegd voor Economie, een norm goedgekeurd die de overschakeling moet regelen naar de clarified ISA voor alle wettelijke controles van jaarrekeningen vanaf 2012 (voor opdrachten bij een organisatie van openbaar belang) of vanaf 2014 (voor alle overige opdrachten).

 

Naast de regelmatige follow-up van de vooruitgang van het begeleidingsplan, uitgewerkt door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zal de Hoge Raad (in het kader van een goedkeuringsprocedure) elk ontwerp van norm betreffende de nationale specificiteiten dat zou worden uitgewerkt, onderzoeken, meer in het bijzonder normen in verband met de controles die bedrijfsrevisoren op grond van specifiek Belgische wettelijke voorschriften dienen te verrichten, zoals de werkzaamheden die een wettelijke auditor, belast met een opdracht bij een onderneming in moeilijkheden, moet uitvoeren, alsook de normen in verband met het model van controleverslag in overeenstemming met de ISA-normen en de Belgische voorschriften.

 

 

A.2.2. Deontologische code van de bedrijfsrevisoren

 

In de loop van 2011 heeft de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren een openbare raadpleging georganiseerd met betrekking tot een ontwerp van deontologische code toepasselijk op de Belgische beroepsbeoefenaars.

 

Deze deontologische code zou (hetzij onder de vorm van een koninklijk besluit, hetzij onder de vorm van een beroepsnorm die ter goedkeuring moet voorgelegd worden zowel aan de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, als aan de federale Minister, bevoegd voor Economie) enerzijds het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren en anderzijds de beroepsnorm van 30 augustus 2007 inzake bepaalde aspecten van de onafhankelijkheid van de commissaris moeten vervangen.

 

Verwacht wordt dat de Hoge Raad gedurende 2013 zal verzocht worden om dit ontwerp van deontologische code, zoals aangepast naar aanleiding van de openbare raadpleging, te onderzoeken (hetzij in het kader van een vraag om advies vanwege de Minister omtrent een ontwerp van koninklijk besluit, hetzij in het kader van de goedkeuringsprocedure van een norm).

 

Bij dit onderzoek van het ontwerp zal de Hoge Raad rekening houden met :

 

 

A.2.3. Norm inzake fusies en splitsingen

 

In de loop van 2012 heeft de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren een openbare raadpleging georganiseerd met betrekking tot een ontwerp van norm inzake de controle van fusie- en splitsingsverrichtingen van vennootschappen.

 

Verwacht wordt dat de Hoge Raad gedurende 2013 zal verzocht worden om dit ontwerp van norm, zoals aangepast naar aanleiding van de openbare raadpleging, te onderzoeken.

 

 

A.2.4. Norm ISQC1

 

In de loop van 2012 heeft de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren een openbare raadpleging georganiseerd met betrekking tot een ontwerp van norm die de toepassing van de ISQC1-norm verplicht maakt voor alle bedrijfsrevisoren.

 

Verwacht wordt dat de Hoge Raad gedurende 2013 zal verzocht worden om dit ontwerp van norm, zoals aangepast naar aanleiding van de openbare raadpleging, te onderzoeken.

 

 

A.2.5. A posteriori-nazicht van omzendbrieven, adviezen en mededelingen van het IBR

 

De Hoge Raad staat verder in voor het a posteriori-nazicht van de overige niet-bindende teksten uitgewerkt door de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren in de vorm van omzendbrieven, adviezen en mededelingen, teneinde zich ervan te kunnen vergewissen dat deze standpunten niet indruisen tegen het bindend wettelijk en normatief kader.

 

De Hoge Raad is zich bewust van het belang van zijn wettelijke opdracht om systematisch de standpunten door te lichten die de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren in de loop van 2013 inneemt.

 

 

A.2.6. Andere werkzaamheden als onderdeel van het Belgisch stelsel van publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren

 

In 2010 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gelanceerd via het Groenboek, met als titel “Beleid inzake controle van financiële overzichten : lessen uit de crisis”, dit met het oog op een Europese hervorming van het wettelijk kader toepasselijk op de wettelijke auditors. De diverse entiteiten die deel uitmaken van het Belgisch stelsel van publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, hebben destijds een gezamenlijke reactie aan de Europese Commissie overgemaakt.

 

In de loop van 2012 heeft de Hoge Raad aan de federale Minister, bevoegd voor Economie, een aantal adviezen verstrekt omtrent de Europese voorstellen van richtlijn en verordening met een impact op de wettelijke auditors, zoals door de Europese Commissie bekendgemaakt in november 2011.

 

In 2013 zal de Hoge Raad, als expert, deze debatten op Europees niveau met betrekking tot een aanpassing van het wettelijk kader op het vlak van audit, nauwgezet opvolgen.

                

De Hoge Raad heeft bovendien beslist zijn beleid voort te zetten inzake algemene studies die kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de werkzaamheden van wettelijke auditors in België. Dit laat toe om de grote lijnen op het vlak van de evolutie van het beroep in België in kaart te brengen. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de analyse van de bijkomende honoraria die auditkantoren belast met de wettelijke jaarrekeningcontrole, ontvangen en zoals deze vermeld worden in de jaarverslagen van de ondernemingen die op Euronext Brussel genoteerd zijn.

 

 

 

B. Opdrachten van de Hoge Raad die voortvloeien uit de wet van 22 april 1999

 

De Hoge Raad is opgericht in 1985 en zijn bevoegdheidsdomein werd tweemaal uitgebreid. Momenteel is de Hoge Raad voor de Economische Beroepen door de wetgever belast met verscheidene opdrachten:

·         advies uitbrengen aan de Regering omtrent ontwerpen van koninklijke besluiten;

·         adviezen of aanbevelingen verstrekken aan de beroepsinstituten met betrekking tot voorstellen van beroepsnormen, of op eigen initiatief;

·         overleg en informatie-uitwisseling organiseren tussen de diverse economische beroepsgroepen.

 

Vallen onder het begrip “economische beroepen”, de leden van de gereglementeerde beroepen op het gebied van:

·         de audit (bedrijfsrevisoren)

·         de boekhouding (accountants en erkende boekhouders) en

·         de fiscaliteit (belastingconsulenten en erkende fiscalisten).

 

De eerste twee activiteiten (audit en boekhouding) zijn opdrachten die zijn voorbehouden aan deze beroepsbeoefenaars. Op fiscaal vlak reglementeert de Belgische wet enkel het voeren van de titel.

 

De beroepsbeoefenaars die vallen onder de vijf gereglementeerde beroepen, behorend tot de “economische beroepen”, kunnen hun activiteiten uitoefenen hetzij als “externen” (beroepsbeoefenaars die deel uitmaken van structuren die onafhankelijk zijn van de onderneming waarvoor zij (één of meerdere) diensten verstrekken, hetzij als “internen” (werknemers van een bepaalde onderneming), behalve bedrijfsrevisoren die hun opdrachten niet als “internen” kunnen uitvoeren, rekening houdend met hun rol van algemeen belang voor de opdrachten inzake de wettelijke rekeningcontrole, hetgeen de meerderheid van hun honoraria uitmaakt.

 

Deze beroepsbeoefenaars zijn onderverdeeld in drie beroepsorganisaties:

·         het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR);

·         het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en

·         het Beroepsinstituut van de erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF).

 

 

 

*

 

 

*                  *

 

 

Zoals in het verleden, neemt de Hoge Raad ook in 2013 de hem door de Belgische wetgever toevertrouwde rol waar.

 

Volgens de Hoge Raad komen minstens de volgende dossiers in de loop van 2013 ter sprake:

 

·         in het vooruitzicht van de evaluatie door de Financiële Actiegroep (FAG) voorzien in 2014, zal met de vertegenwoordigers van de drie instituten moeten nagegaan worden welke de vooruitgang is van het instellen van een vorm van kwaliteitstoetsing bij alle leden van de economische beroepsgroepen (bedrijfsrevisoren, accountants, belastingconsulenten, erkende boekhouders(-fiscalisten)), met inachtneming van de eigen specifieke kenmerken van elke beroepsgroep;

 

·       een nieuw koninklijk besluit over de deontologie van accountants en belastingconsulenten;

 

·       een nieuw koninklijk besluit over de deontologie van erkende boekhouders(-fiscalisten), meer bepaald ingevolge de erkenning van de “internen”;

 

·        de hervorming van het koninklijk besluit van 1990 inzake de toegangsvereisten voor het toegangsexamen van kandidaat-accountants en/of kandidaat-belastingconsulenten;

 

·        de herziening van de vrijstellingscriteria in het kader van het ingangsexamen voor bedrijfsrevisoren;

 

·        in het verlengde van de goedkeuring in 2011 van de specifieke maatregelen voor de “micro-entiteiten” en, in het licht van het voorstel van richtlijn tot vervanging van de 4de en 7de Europese richtlijn inzake vennootschapsrecht (met de gemeenschappelijke Europese voorschriften op het vlak van de boekhouding), zullen deze maatregelen moeten onderzocht worden teneinde in te schatten wat de gevolgen hiervan zijn voor de diverse beroepsbeoefenaars van de “economische beroepen” in België.

 

Er wordt eveneens verwacht dat de rol van de Hoge Raad inzake overleg in de loop van 2013 zeer betekenisvol zal zijn, onder meer naar aanleiding van de aanstelling van een nieuwe voorzitter aan het hoofd van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en aan het hoofd van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten.

 

De Hoge Raad zou eveneens deelnemen aan de academische zitting die zal georganiseerd worden ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten.

 

 

***

 

 

 

 

 

Het werkprogramma van de voorgaande jaren is beschikbaar in het (gezamenlijk) jaarverslag van de Hoge Raad : 2012, 2011, 2010 en 2009.

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Copyright HREB 2024 - Alle rechten inzake reproductie voorbehouden - cspehreb@skynet.be